Teambuilding oefening 3 – Fantasieverhaal

teambuilding oefening 1
De trainer:
Train je Team
Contactgegevens

Tijdens de teamoefening gaat het team samen een fantasieverhaal bedenken en vertellen.

Het is de bedoeling dat de teamleden goed naar elkaar luisteren en voor zich zien wat een ander vertelt.

Als mensen fantasieverhalen vertellen worden ze de leukste versie van zichzelf

Als mensen fantasieverhalen vertellen worden ze de leukste versie van zichzelf

Tijdens de oefening worden de teamleden gedwongen echt naar elkaar te luisteren. Doen ze dit niet dan kan het gebeuren dat zij tijdens hun beurt niet het verhaal kunnen doorvertellen. Een goede motivatie aangezien iedereen een keer de beurt krijgt.

De oefening zorgt voor een flow in het team. Het hele team draagt immers bij aan hetzelfde verhaal. Het stimuleert het team om de neuzen dezelfde kant op te krijgen en makkelijker een gezamenlijke visie te ontwikkelen.

Ook zullen alle teamleden puur in dienst staan van het te vertellen verhaal, zodat de individuele ego’s minder in de weg staan. De tijd die elke deelnemer vertelt kun je op het moment zelf aanvoelen. Laat soms mensen vertellen tot ze niks meer weten te bedenken en geef dan de beurt aan een ander. Je kan soms juist ook de beurt laten bij een deelnemer die niks meer weet te vertellen. Zo kan iemand leren hoe je toch kan doorvertellen als je even niks meer weet te bedenken.

Tijdens de training kun je het team een aantal tips meegeven om het verhaal fantasierijk te vertellen.

NIEUW 3: Verplaats je in meerdere personages.

Wanneer je een verhaal vertelt met meerdere personages, kun je je even kort verplaatsen in elk personage. Je kunt de verteller zijn, in dit voorbeeld het varken, en ook het paard. Als er meerdere personages in het verhaal voorkomen kun je steeds op nieuwe invalshoeken door.

2: Vertel vooral wat er wordt gedaan.

Vertel vooral wat er allemaal gebeurt en niet wat de figuren in het verhaal denken. Wanneer er wordt verteld over wat iemand denkt, gaat de verteller vaak zelf ook denken en loopt dan vast. Vervang het woord denken dus door een ander actief werkwoord. In het geval van het filmpje dus: het paard ‘zei’, ‘werd’ boos, ‘liep’ enz. in plaats van: het paard ‘dacht’. Op deze manier komt het verhaal in beweging evenals de verteller van het verhaal.

1: Maak concrete beelden.

Deze werken altijd beter dan abstracte beschrijvingen.

In plaats van: ze liepen richting een hele mooie omgeving (abstract). Kun je beter zeggen: Ze liepen richting een wijds grasveld met op de achtergrond een ondergaande zon.

Hiermee maken ze voor zichzelf en de rest van de groep meer beeld bij het verhaal.

Wanneer iemand zegt moeite te hebben met visualiseren kun je de deelnemer vragen naar een bekend beeld. Hoe ziet zijn of haar huis er vanbinnen uit? Gaat de deur naar binnen of naar buiten open? Zo stimuleer je iemand om iets voor zich te zien. Dit maakt het makkelijker om het verhaal vervolgens door te vertellen.

Houd deze blog iedere week in de gaten want: Meerdere tips volgen!

Heb jij tips over deze oefening? Mail ze naar info@trainjeteam.nl en als we ze waardevol vinden zetten we deze erbij!

De trainer:
Train je Team
Contactgegevens

Vandaag nog een adviesgesprek en een offerte?
Doe geheel kosteloos en vrijblijvend een aanvraag:


    Hoe lang wilt u dat de training duurt?

    Hoeveel personen volgen de training?

    Plaats waar u de training wilt?

    Datum waarop u de training wilt?

    Contactpersoon

    Bedrijfsnaam

    Telefoonnummer

    Please leave this field empty.

    E-mail

    Opmerkingen







    Deel deze training:

    Op Linkedin: x werd dit gedeeld

    Facebook:
    x werd dit gedeeld

    en op Twitter: x werd dit gedeeld

    Email deze training:
    Deze training is geplaatst op: